Monika Buch (geboren in 1936, Spanje) komt uit Valencia, een stad die haar artistieke oeuvre aanzienlijk heeft beïnvloed. Het licht, de kleuren en de maritieme omgeving van Valencia, samen met de mozaïeken, tegels en andere overblijfselen uit de Arabische periode, hebben haar esthetische gevoeligheden diepgaand gevormd. Buch volgde haar studies aan de prestigieuze Hochschule für Gestaltung (HfG Ulm) in Ulm, Duitsland. Daar ontmoette ze haar toekomstige echtgenoot, Bertus Mulder (1929-2024), een Nederlandse architectuurstudent. Tijdens haar tijd aan de HfG Ulm was Max Bill, een prominente figuur in modern design, de directeur. De instelling, opgericht als een voortzetting van het Bauhaus, speelde een belangrijke rol in de vooruitgang van de moderne kunst in Duitsland tijdens de jaren 1920. In tegenstelling tot een traditionele kunstacademie richtte HfG Ulm zich op het ontwerp van het dagelijks leven en de omgeving. De pedagogische benaderingen en architecturale ontwerpen van Max Bill wekten Buch’s interesse in moderne architectuur. De lessen van Hélène Nonne-Schmidt, die assistent was geweest van Paul Klee aan het Bauhaus, hadden een diepgaande impact op Buch’s werk. Door Nonne-Schmidts lessen over kleur en kleurtheorie beheerste Buch de kunst van het schilderen van zeer gedifferentieerde kleurseries. Evenzo blijven de inspirerende opdrachten van Hermann von Baravalle over "Die Geometrie als Sprache der Formen" (Geometrie als de Taal van Vormen) dienen als fundamentele elementen in haar werk. Buchs schilderijen en objecten worden gekenmerkt door een verkenning van vorm en kleur en hun onderlinge relaties, de systematische toepassing van kleurseries binnen geometrische structuren, en het onderzoek naar de grenzen van perceptie. Een kenmerk van haar vroege werk is de precieze methode, met een gelijkmatige tessellatie en scherpe contouren. Bovendien heeft zij bijgedragen aan het ontwerp van speelgoed voor de ADO-fabriek (arbeid door gehandicapten) in Bilthoven. In 1962 werd de productie overgenomen door een sociale werkplaats in Zeist, waar ADO een nieuwe betekenis kreeg: afzonderlijk, doelbewust onbreekbaar. In de afgelopen jaren heeft Buch technieken onderzocht waarbij deze aspecten minder prominent naar voren komen. Opmerkelijke voorbeelden zijn haar werk met reliëfs in papier, acryl en glasstroken.
Klik op de foto voor informatie over het werk.
Monika Buch (geboren in 1936, Spanje) komt uit Valencia, een stad die haar artistieke oeuvre aanzienlijk heeft beïnvloed. Het licht, de kleuren en de maritieme omgeving van Valencia, samen met de mozaïeken, tegels en andere overblijfselen uit de Arabische periode, hebben haar esthetische gevoeligheden diepgaand gevormd. Buch volgde haar studies aan de prestigieuze Hochschule für Gestaltung (HfG Ulm) in Ulm, Duitsland. Daar ontmoette ze haar toekomstige echtgenoot, Bertus Mulder (1929-2024), een Nederlandse architectuurstudent. Tijdens haar tijd aan de HfG Ulm was Max Bill, een prominente figuur in modern design, de directeur. De instelling, opgericht als een voortzetting van het Bauhaus, speelde een belangrijke rol in de vooruitgang van de moderne kunst in Duitsland tijdens de jaren 1920. In tegenstelling tot een traditionele kunstacademie richtte HfG Ulm zich op het ontwerp van het dagelijks leven en de omgeving. De pedagogische benaderingen en architecturale ontwerpen van Max Bill wekten Buch’s interesse in moderne architectuur. De lessen van Hélène Nonne-Schmidt, die assistent was geweest van Paul Klee aan het Bauhaus, hadden een diepgaande impact op Buch’s werk. Door Nonne- Schmidts lessen over kleur en kleurtheorie beheerste Buch de kunst van het schilderen van zeer gedifferentieerde kleurseries. Evenzo blijven de inspirerende opdrachten van Hermann von Baravalle over "Die Geometrie als Sprache der Formen" (Geometrie als de Taal van Vormen) dienen als fundamentele elementen in haar werk. Buchs schilderijen en objecten worden gekenmerkt door een verkenning van vorm en kleur en hun onderlinge relaties, de systematische toepassing van kleurseries binnen geometrische structuren, en het onderzoek naar de grenzen van perceptie. Een kenmerk van haar vroege werk is de precieze methode, met een gelijkmatige tessellatie en scherpe contouren. Bovendien heeft zij bijgedragen aan het ontwerp van speelgoed voor de ADO-fabriek (arbeid door gehandicapten) in Bilthoven. In 1962 werd de productie overgenomen door een sociale werkplaats in Zeist, waar ADO een nieuwe betekenis kreeg: afzonderlijk, doelbewust onbreekbaar. In de afgelopen jaren heeft Buch technieken onderzocht waarbij deze aspecten minder prominent naar voren komen. Opmerkelijke voorbeelden zijn haar werk met reliëfs in papier, acryl en glasstroken.
Klik op de foto voor informatie over het werk.